De algemene overtuiging dat meedogenloos, vroeg oefenen de sleutel is om de beste ter wereld te worden, wordt door nieuw onderzoek uitgedaagd. Uit een onderzoek gepubliceerd in Science blijkt dat artiesten van wereldklasse vaak niet voortkomen uit wonderkinderen uit hun kindertijd, maar uit individuen die later in hun leven expertise ontwikkelen, soms nadat ze meerdere disciplines hebben verkend.
De ‘10.000-urenregel’ ontkrachten
Jarenlang suggereerde de ‘10.000-urenregel’ – gepopulariseerd door Malcolm Gladwells Outliers – dat toegewijde beoefening van 10.000 uur meesterschap zou garanderen. Dit idee is echter ondermijnd door de nieuwe bevindingen. Het oorspronkelijke onderzoek uit 1993 naar eliteviolisten, dat de inspiratie vormde voor de regel, liet hoge oefenuren zien, maar bewees niet dat er een direct verband bestond met prestaties van wereldklasse.
Brooke Macnamara, co-auteur van de nieuwe analyse, legt uit dat eliteartiesten vaak later aan hun vakgebied begonnen dan hun louter “zeer goede” tegenhangers. Ze hielden zich doorgaans al vroeg bezig met diverse activiteiten, waarbij ze uitblonken op meerdere gebieden voordat ze zich concentreerden en de top bereikten. Dit betekent dat ze aanvankelijk minder gespecialiseerde praktijk hadden opgebouwd, maar uiteindelijk de vroege starters hadden overtroffen.
Waarom late bloeiers winnen
De resultaten van het onderzoek verrasten onderzoekers als Zach Hambrick, die het idee aanvankelijk contra-intuïtief vonden. Het kerninzicht is dat expertise niet alleen gaat over uren besteed aan één discipline, maar over de bredere ontwikkeling van vaardigheden en aanpassingsvermogen. Topatleten, muzikanten en schakers hebben de neiging later hun hoogtepunt te bereiken en presteren beter dan degenen die al vroeg veelbelovend waren, maar er niet in slaagden het momentum vast te houden.
Dit patroon daagt traditionele trainingsmethoden uit. Instellingen en coaches investeren vaak zwaar in vroege bloeiers, waarbij ze mogelijk individuen met een groter langetermijnpotentieel over het hoofd zien.
Het belang van aanpassingsvermogen en doorzettingsvermogen
Het onderzoek ontkent de noodzaak van praktijk niet, maar herdefinieert deze. Elite-prestaties gaan niet alleen over ruwe uren; het gaat om het consistent presteren onder druk en het aanpassen in de loop van de tijd. Kinderen kunnen hun interesse verliezen of opbranden, dus echt meesterschap vereist aanhoudende inspanning en evolutie.
Edson Filho, een expert in sportpsychologie, merkt op dat externe factoren zoals financiering en coaching ook een cruciale rol spelen. Het onderzoek benadrukt een verschuiving in het denken: vroeg talent is geen lot.
Een boodschap voor late starters
De implicaties zijn duidelijk: als je de jeugdcompetities niet hebt gedomineerd of vroege competities hebt gewonnen, geef dan niet op. De meeste artiesten van wereldklasse volgen een ander pad. Zoals Macnamara het zegt: “Voor mensen die de wonderroute niet hebben gevolgd, weet dat je in goed gezelschap bent!” Het pad naar grootsheid mag dan kronkelig zijn, maar het is niet afgesloten voor degenen die zich later ontwikkelen.
