Het Department of Health and Human Services (HHS), onder leiding van secretaris Robert F. Kennedy, Jr., heeft woensdag een rapport uitgebracht waarin de veiligheid en werkzaamheid van genderbevestigende zorg voor transgender en genderdiverse kinderen in twijfel worden getrokken. Dit volgt op een eerste rapport dat in mei werd gepubliceerd en dat onmiddellijke kritiek kreeg vanwege het gebrek aan transparantie met betrekking tot het auteurschap en de promotie van onbewezen therapieën. De laatste studie handhaaft een sceptische houding en beweert dat puberteitsblokkers, geslachtsoverschrijdende hormonen en chirurgische ingrepen ‘significante langetermijnrisico’s’ met zich meebrengen die vaak over het hoofd worden gezien of onvoldoende worden gecontroleerd.
Het kerngeschil: Het HHS-rapport staat in direct contrast met de consensus onder grote medische organisaties zoals de American Medical Association (AMA) en de American Academy of Pediatrics (AAP), die psychologische en medische behandelingen ondersteunen om genderidentiteit op één lijn te brengen met expressie. Tussen 2,5% en 8,4% van de kinderen identificeert zich als transgender of genderdivers, wat betekent dat hun zelfbenoemde geslacht verschilt van het toegewezen geslacht bij de geboorte. Geslachtsbevestigende zorg omvat puberteitsblokkers (omkeerbaar) en geslachtshormonen (testosteron, oestrogeen – met blijvende effecten).
De HHS beweert dat dergelijke zorg ‘blijvende fysieke en psychologische schade’ toebrengt. Medische professionals beweren echter dat het uitstellen of weigeren van dergelijke zorg even schadelijk kan zijn. Transgenderjongeren worden al geconfronteerd met onevenredig hoge zelfmoordcijfers, en toegang tot passende gezondheidszorg wordt als een beschermende factor gezien.
Auteurschap en kritiek: Het bijgewerkte rapport identificeert de negen auteurs, van wie de meesten bekende critici zijn van genderbevestigende zorg. Critici, zoals Meredithe McNamara van de Yale School of Medicine, beweren dat het rapport een politieke agenda dient. HHS-perssecretaris Emily Hilliard verdedigt de studie als ‘wetenschappelijk gedreven’ en claimt onafhankelijkheid bij het volgen van het bewijsmateriaal. Peer reviews zijn echter van cruciaal belang geweest. De American Psychiatric Association (APA) vond dat de methodologie niet transparant was, terwijl de AAP en Endocrine Society weigerden deze te herzien.
Politieke context: De publicatie van het HHS-rapport valt samen met bredere, door de Republikeinen geleide campagnes om de rechten van transgenderkinderen te beperken, inclusief deelname aan sport en toegang tot schoolfaciliteiten. President Trump vaardigde in januari een uitvoerend bevel uit waarin hij genderbevestigende zorg bestempelde als ‘chemische en chirurgische verminking’, wat bijdroeg aan de sluiting van programma’s vanwege de angst voor federale bezuinigingen.
De AMA en AAP reageerden met een gezamenlijke verklaring waarin ze de HHS-karakteriseringen als politiek en schadelijk veroordeelden, en beweerden dat genderbevestigende zorg standaard, ontwikkelingsgeschikt en potentieel levensreddend is. Het debat onderstreept de toenemende politisering van de gezondheidszorg, met gevolgen voor kwetsbare bevolkingsgroepen.
Het grotere plaatje: Deze situatie benadrukt een groeiende spanning tussen wetenschappelijke consensus, politieke agenda’s en volksgezondheid. De bevindingen van het HHS-rapport zullen waarschijnlijk verdere beperkingen op genderbevestigende zorg aanwakkeren, ook al beweren medische experts dat het weigeren van dergelijke zorg verwoestende gevolgen kan hebben voor transgenderjongeren.




















